Nieuwe wet opheffing verpandingsverboden: meer financieringsruimte voor ondernemers

Sinds 1 juli 2025 is het niet langer toegestaan om in contracten af te spreken dat geldvorderingen (zoals openstaande facturen) niet mogen worden overgedragen of verpand. Met de invoering van de Wet opheffing verpandingsverboden is een belangrijke beperking in handelsrelaties opgeheven.

Voor veel ondernemers – en zeker voor het mkb – betekent dit meer toegang tot financiering en meer flexibiliteit in de bedrijfsvoering.

Wat hield het verpandingsverbod in?

Tot voor kort konden ondernemingen in hun overeenkomsten of algemene voorwaarden opnemen dat hun vorderingen niet overdraagbaar of verpandbaar waren. Dat bood zekerheid aan de schuldenaar: hij wist precies aan wie hij moest betalen.

Voor financiers was dit echter een obstakel. Zonder de mogelijkheid om vorderingen te verpanden, konden zij minder zekerheden krijgen en dus minder krediet verstrekken. Ondernemers konden hun debiteurenportefeuille daardoor niet altijd benutten als onderpand voor financiering.

Wat is er veranderd?

Sinds 1 juli 2025 zijn contractuele bepalingen die de overdracht of verpanding van zakelijke geldvorderingen beperken of uitsluiten, nietig.

Het gaat om vorderingen die ontstaan in de normale uitoefening van een beroep of bedrijf – denk aan facturen voor geleverde diensten of producten.

Er gelden enkele uitzonderingen, zoals:

• tegoeden op betaal- en spaarrekeningen;

• leningen waarbij meerdere kredietverstrekkers betrokken zijn (syndicaatfinanciering);

• vorderingen die worden betaald via een g-rekening.

Voor bestaande contracten geldt een overgangstermijn tot 1 oktober 2025. Vanaf die datum zijn ook daarin opgenomen verpandingsverboden ongeldig.

Verplichting tot kennisgeving

Wanneer een geldvordering wordt overgedragen of verpand, moet de schuldenaar schriftelijk op de hoogte worden gebracht – een e-mail is voldoende. Zonder deze kennisgeving blijft betaling aan de oorspronkelijke schuldeiser bevrijdend.

Wat betekent dit in de praktijk?

De nieuwe wet geeft ondernemers meer mogelijkheden om hun financiering te versterken. Handelsvorderingen kunnen nu vrij worden gebruikt als onderpand, wat de liquiditeit en investeringsruimte vergroot.

Tegelijk vraagt dit om een aantal praktische stappen:

• Controleer uw contracten en algemene voorwaarden. Verwijder bepalingen over verpandingsverboden; ze zijn inmiddels toch nietig.

• Zorg voor heldere interne procedures. Richt de administratie zo in dat kennisgevingen van verpanding goed worden vastgelegd.

• Adviseer uw cliënten. Accountants en fiscalisten kunnen ondernemers helpen de nieuwe mogelijkheden optimaal en verantwoord te benutten.

Kort samengevat

De Wet opheffing verpandingsverboden is een positieve ontwikkeling voor ondernemers. Waar vorderingen voorheen vaak ‘vastzaten’ in contractuele afspraken, kunnen zij nu dienen als volwaardig onderpand voor financiering. Dat biedt ruimte, maar vraagt ook om juridische en administratieve zorgvuldigheid.